Dag 2 Bio textielfabriek
Na een rustige ochtend, waarop we de andere kant van de boulevard richting de haven van Izmir zijn gewandeld, roepen we een taxi aan die ons naar de fabriek Egedeniz brengt. Al toeterend en op het midden van de weg rijdend brengt de chauffeur ons daar, maar hier is het niks persoonlijks, iedereen rijdt zo. Op deze manier kun je makkelijk naar links of rechts manoeuvreren, net welk weggedeelte meer doorrijdt…
De 36-jarige Celal verwelkomt ons hartelijk. Hij is voor ons ‘mister Albero’, die onze orders altijd aanneemt en met wie we leuk contact hebben. Na een foutje van zijn kant, zei Gonny: ‘Je kunt het goed maken door ons eens in Turkije de productie van je kleding te laten zien’. Daar ging hij serieus op in. En zo belanden we op deze zonnige dag bij Egedeniz.
Deze fabriek maakt al 25 jaar de biologische kleding voor Leela Cotton, het bedrijf van Celal’s oom Kemal. Het is het eerste bedrijf dat bewust koos voor het verwerken van alleen biologisch verbouwde katoen. En tegenwoordig verwerken ze er ook andere duurzame textielsoorten zoals biologische wol, Tencel, (micro)Modal en gerecycled polyester.
De fabriek wordt op dit moment verbouwd, wat heel fijn is voor de medewerkers, want er komt meer ruimte. En heel fijn voor de eigenaren, want het is een teken dat het goed met het bedrijf gaat. Voor ons is het minder; het echte naai-atelier waar je veel mensen tegelijk ziet werken, wordt op dit moment verbouwd en is nu niet te fotograferen.
Celal kent iedereen hier goed, hoewel het bedrijf dus niet zíjn bedrijf is, maar onder andere voor hem opdrachten uitvoert. Het bedrijf heeft klanten in Europa, de VS en Canada. In Turkije zelf is de vraag niet groot, deels omdat biologische kleding voor de gemiddelde Turk niet te betalen is. Een paar keer per jaar komt Celal hier zijn opdrachten controleren.
De 28-jarige Selen laat ons de verschillende afdelingen van het bedrijf zien. Naast de verkoopafdeling waar zij sinds 8 maanden werkt, zijn er afdelingen voor ontwerp, het maken van samples, het produceren van stoffen, het printen of borduren, afdelingen voor kwaliteitscontrole, voor het snijwerk en het daadwerkelijk in elkaar naaien van kleding. In een nieuw pakhuis even verderop liggen enorme rollen stof te wachten om verwerkt te worden en staan dozen met al geproduceerde kleding klaar voor verscheping.
De eigenaren van Egedeniz nemen even de tijd om ons de hand te schudden, ze doen dat op een joviale toon. Wat ons opvalt, is dat het personeel van Egedeniz heel divers is, jong en ouder, man en vrouw, modern of ouderwetser gekleed. Op de verkoop- en marketingafdeling werken vooral jonge mensen die allemaal in het Engels groeten. Zoals Selen, die in Noorwegen haar masters economie haalde.