Categorieën: De mensen achter jouw kleding3,4 min lezen

Terug naar opruiming

Onze winkel trekt meestal niet de fervente koopjesjagers, maar ook bij ons vragen sommige klanten twee keer per jaar wanneer de uitverkoop begint. In dit artikel leggen we uit hoe wij denken over en omgaan met dit fenomeen.

Veel mensen zijn gek op de uitverkoop. En omdat SALE-periodes steeds vroeger beginnen en kortingen steeds hoger worden, krijgen we allemaal het gevoel in de uitverkoop pas de reële prijs van een kledingstuk te betalen, en dat we onszelf tekort doen als we de normale prijs betalen. En aan dat idee heeft de mode-wereld volgens ons zelf bijgedragen.

De huidige manier van uitverkoop bestaat nog niet zo lang. Vroeger heette de SALE nog ‘opruiming’ en dat was het ook: de laatst overgebleven maten werden voor een zacht prijsje verkocht, of de slecht uitgepakte modellen of kleding die nà het seizoen nog over was.

Trendgevoeliger
Met de groei van de welvaart in de jaren 90 van de vorige eeuw groeide onze (mode) consumptie. Merken gingen meer én trendgevoeliger mode produceren zodat de kleding sneller ‘uit’ was en klanten weer eerder nieuwe kleren kochten.

Kwetsbaar
Dit heeft er toe geleid dat er wereldwijd heel veel kleding wordt geproduceerd tegen een betrekkelijk lage opbrengst. Ondanks dat er miljarden omgaan in de modebranche, blijkt de modeketen zelf heel kwetsbaar. Die kwetsbaarheid werd de afgelopen tijd door de COVID-epidemie goed zichtbaar.

Winkels die een tijdje de deuren moesten sluiten, zaten meteen met de handen in het haar. Want ze hadden nog een groot deel van de wintercollectie in de winkel. Grote (Westerse) merken annuleerden vorig jaar hun bestellingen voor nieuwe collecties vanwege de stagnatie in de verkoop. Zij zadelden hiermee fabrikanten in bijvoorbeeld India en Bangladesh op met hun probleem, terwijl deze al materiaal hadden ingekocht en verwerkt. Zij zagen zich op hun beurt genoodzaakt hun arbeiders te ontslaan. Talloze textielarbeiders stonden zonder sociaal vangnet op straat. Dit systeem werkt kortom alleen als wij, Westerse consumenten, grenzeloos blijven consumeren. Bovendien is dit systeem niet eerlijk, omdat er op grote schaal mensen worden uitgebuit.

Tijdloze kleding
Het kan en moet anders, vinden wij. We moeten de uitverkoop ‘verlaten’: niet het fenomeen uitbannen, maar verschuiven in de tijd. Als de SALE later begint, hoeft een winterjas niet al in de uitverkoop voordat de eerste koude dag is aangebroken. De uitverkoop moet ook weer beperkt worden tot de opruiming van de laatste stuks. En we moeten streven naar meer tijdloze kleding die niet ‘uit’ raakt en zijn waarde behoudt.

Door kleding een normale prijs te geven en te laten houden, kopen mensen ook dàt wat ze werkelijk willen hebben in plaats van iets te kopen in een opwelling. In het Westen wordt een groot deel van de garderobe weinig of zelfs nooit gedragen voordat het weggedaan wordt.

Hele keten recht op fatsoenlijk loon
Aan een kledingstuk komen vele handen te pas, dat merkten wij vorig jaar nog tijdens een bezoek aan de katoenvelden en naai-ateliers in Turkije. Al die mensen hebben recht op een fatsoenlijk loon. Ook wij, aan het eind van de keten, moeten na afdracht van alle kosten nog wat overhouden zodat we de winkel door kunnen zetten.

Wij pakken de uitverkoop daarom anders aan. We beginnen pas laat met de opruiming van artikelen waarvan we nog maar 1 of 2 exemplaren hadden. Effen en tijdloze kledingstukken prijzen we niet af en hangen we volgend seizoen of – jaar weer in de winkel. Zonder schroom, want de kleding die wij uitkiezen is in onze ogen volgend jaar nog net zo leuk als nu.

Restanten naar minima
En wat doen wij met artikelen die zelfs na de uitverkoop of volgend seizoen blijven hangen? Wij zoeken altijd naar initiatieven die passen bij onze doelstelling de wereld mooier en eerlijker te maken. In het verleden gaven wij restanten weg aan Vluchtelingenwerk, Dress for Succes en ‘Elk Gooisch Matras komt van pas’, zodat ook mensen met een bescheiden inkomen de mogelijkheid krijgen te genieten van eerlijk gemaakte kleding.

Met dank aan:
“Hoe onze liefde voor de uitverkoop onrecht in de modesector in stand houdt” van Nynke van Spiegel in Vrij Nederland, 4 juli 2020
“Solden shoppen? Ik dacht het niet” van Niki de Schrijver van Cosh.eco

Jitske: “Omdat grote winkelketens bijna het hele jaar door kortingen geven, krijgen mensen -onterecht- het gevoel dat ze (overal) te veel betalen als ze de normale verkoopprijs betalen. Wij willen open zijn over de herkomst en productie van de kleding, en we zijn de eersten om toe te geven dat er ook in onze branche nog wat te verbeteren valt. Maar rijk wordt niemand in de eerlijke mode. De normale verkoopprijs is een reële prijs om de hele keten (én onze winkel) draaiend te houden.”

In het kader van transparantie vertellen we graag wat wij ‘overhouden’ aan de verkoop van een kledingstuk. Van de verkoopprijs van een artikel gaat ruim de helft op aan inkoop en de afdracht van BTW. Van de rest betalen we in volgorde van grootte:

  • huur van ons winkelpand,
  • verzendingen van de online bestellingen,
  • inhuur personeel / website bouwer
  • kassa software en -hardware,
  • telefonie en internet,
  • energie en water,
  • (gemeentelijke en waterschap) belastingen,
  • inrichting van de zaak en
  • kantoorbenodigdheden.

“Van de winst die we overhouden, reserveren we een deel voor eventuele toekomstige investeringen, betalen we onszelf uit en investeren we in ons broodfonds (een alternatief voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die voor ondernemers vaak onbetaalbaar zijn) en (pas sinds kort!) pensioen. Veel meer dan een bescheiden salaris halen we niet uit de winkel.”